Dier van de week

 

Anna de Vries heeft de prijsvraag gewonnen van dierenvandewereld.jouwweb.nl. daarom mocht zij het dier van de week kiezen. Zij koos het Konikpaard.

Dier van de week:

Het Konikpaard!
 
 
 
 
 

Het Konikpaard is klein en heeft een wildkleurige vacht.

Hij is te vinden in veel natuurgebieden.

Konikspaarden zijn bijna helemaal vrij van ziektes.

Het Konikspaard is een rustig ras.

Konikspaarden eten graag kort gras.

Ze eten dan ook vaak op dezelfde plek.

Ze zijn in 1981 ook naar Nederland gehaald.

 

In Nederland hebben we geen wolven en lynxen.

Hierdoor gedragen ze zich anders als in landen waar ze wel leven.

In Frankrijk in de Jura zijn koniks uitgezet omdat zij minder last van predatie hebben dan de schapen die zij vervangen.

In Letland is de konik uitgezet om de vergrassing tegen te gaan in een milieu waar de wolf thuis is.

 

Verleden dieren van de week. 

 

 
 
 
 
De Olifant!
 
 

 

 
Olifanten zijn zoogdieren
Er bestaan twee soorten olifanten.
De Aziatische olifant en de Afrikaanse olifant.
Olifanten leven in kuddes.
De Afrikaanse olifant is groter dan de Aziatische olifant.
Olifanten worden bedreigd.
Stropers schieten de olifanten neer voor hun slagtanden.
Dit is heel veel geld waard.
Het geheugen van een olifant is uitstekend.
Olifanten behoren ook nog tot de weinige dieren waarvan bekend is dat ze gereedschap gebruiken.
Ze pakken bijvoorbeeld een tak op met hun slurf en krabben zichzelf dan of jagen de vliegen op hun rug ermee weg.
 
Olifanten zijn al zo’n 50 miljoen  jaar op aarde.
De aller eerste olifant leek helemaal niet op de olifant van nu.
In de loop van de tijd kregen ze slurven en slagtanden
De aller eerste olifant was de Moeritherium.
De olifant die daarna kwam was de Phiomia.
Toen kwam de Platybelodon.
En daarna als laatste de mammoet.
De mammoet stierf ook uit en nu kennen we de olifant zoals we die nu kennen.
 
Een volwassen mannelijke olifant eet maximaal 159 kg plantaardig materiaal per dag en drinkt maximaal  190 liter water per dag.
Een olifant eet wel 100 tot 500 verschillende soorten planten.
De olifant kan zo veel verschillende soorten planten eten omdat hij heel veel verschillende hoogtes kan bereiken.
Dat komt vooral door zijn slurf.
Want met zijn slurf kan hij bijvoorbeeld: gras uit de grond rukken, of bladeren uit de boom plukken.
Ze gebruiken hun slurf ook om vruchten van de grond te pakken.
Zodra een olifant eten heeft gepakt met zijn slurf, brengt hij het naar zijn bek.
In zijn bek kauwen 4 grote kiezen het voedsel fijn en slikt de olifant zijn voedsel door.
De uitwerpselen van de olifant zijn nog voor 60% onverteerd.
Voedsel zoeken is een dagtaak. Hij kan er wel 18 uur per dag mee bezig zijn. 
 
Op een leeftijd van ongeveer 10 of 11 jaar kunnen vrouwtjes voor het eerst paren.
Een vrouwtje die wil paren noemen we bronstig.
Dit duurt 2 tot 6 dagen.
Als het vrouwtje dan niet paart word het vrouwtje na ongeveer 16 weken weer bronstig.
Bronstige vrouwtjes trekken mannelijke olifanten uit de buurt aan om te paren.
Dat doen ze bijvoorbeeld door met hun kop over hun schouder naar achter te kijken.
En ze maken speciale geluiden.
Zodra ze een mannetje heeft aangetrokken , plast het vrouwtje meestal.
Dan kan het mannetje ruiken of ze wel echt bronstig is.
Als ze echt bronstig is reageert het mannetje opgewonden.
Vrouwtjes zijn sneller als mannetjes dus Afrikaanse vrouwtjes olifanten lopen dan snel weg.
Als ze onder de indruk is zal ze zorgen dat het mannetje haar inhaalt, en zullen ze paren.
Als het vrouwtje niet onder de indruk is rent ze ook weg en zorgt ze ervoor dat het mannetje haar niet in kan halen.
Bij Aziatische olifanten gaat het iets anders.
Die staan oog in oog met elkaar en wikkelen hun slurven om elkaar.
Een vrouwtjes olifant draagt haar jong meer dan 22 maanden in haar buik.
 
Een baby olifant kan na een uur al lopen.
En weegt zo’n 120 kg.
Alle vrouwtjes in de kudde helpen met het grootbrengen van de baby.
Als de baby’s niet eten of met de kudde op pad zijn, zijn vaak aan het spelen.
Ze onderzoeken nieuwe voorwerpen, ze stormen speels af op kleinere dieren en struiken, en ze stoeien met elkaar.
Als ze ouder worden vinden ze nieuwe en onbekende speelgenoten.
Als ze 6 of 7 jaar zijn gaan ze voor korte periodes weg bij hun familie.
Dan gaan ze op bezoek bij andere families om te kijken of er mannetjes van dezelfde leeftijd zijn om  hun krachten mee te meten.
Jonge vrouwtjes houden langzamerhand op met spelen en krijgen meer verantwoordelijkheid binnen de kudde.
Jonge vrouwtjes op een leeftijd van ongeveer 5 of 6 jaar helpen met het verzorgen van de baby’s.
 
Als mannetjes olifanten 12 jaar zijn worden ze volwassen.
Daarna worden ze steeds agressiever.
Op 15 of 16 jaar verlaten mannetjes de kudde waarin ze zijn opgegroeid voor altijd.
Sommige van die olifanten worden zwerver en zijn alleen.
En andere olifanten vormen tijdelijke mannengroepen.
Volgroeide mannetjes olifanten brengen veel tijd door met het trekken van kudde naar kudde.
Vooral wanneer ze in musth zijn.
Dan zijn ze op zoek naar vrouwtjes om mee te paren.
Als een mannetjes olifant ouder wordt, brengt hij steeds meer tijd alleen door.
De oudste mannetjes olifanten zijn bijna altijd alleen.
Mannetjes olifanten worden ook wel bullen genoemd.
Wat is nou musth: Bij musth veranderd het gedrag en worden ze veel agressiever.
Dit gebeurt ongeveer 1 keer per jaar, en dit is maar een korte periode.
 
Vrouwtjes olifanten brengen hun hele leven door in de familiegroep waarin ze zijn geboren.
Het zijn dus allemaal zussen, moeders, nichten en dochters van elkaar.
Ze verzorgen met zijn allen de baby’s.
Bijvoorbeeld als de moeder aan het eten is, past een jonger vrouwtje op de baby.
En wanneer er een roofdier in de buurt is vormt de hele kudde een muur van slurven en poten om de jongen te beschermen.
Vrouwtjes olifanten worden niet zo groot als volwassen mannetjes en krijgen ook niet zulke lange slagtanden als mannetjes.
Een Aziatische vrouwtjes olifant heeft geen slagtanden.
Een Afrikaans vrouwtje wel.
 
DE OLIFANT IS EEN BEDREIGDE DIERSOORT. Wenkbrauw ophalen
Hieronder op de kaartjes kun je zien waar ze vroeger leefden en waar ze nu nog leven. 
 

  

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

De Dolfijn!

 

 

 Dolfijnen zijn Walvisachtigen.
Ze komen voor in alle wereldzeeën.
Er bestaan ongeveer 36 soorten dolfijnen.
Dolfijnen eten vooral vis en inktvis.
Ze hebben relatief grote hersenen.
Dolfijnen roepen elkaar met een karakteristiek fluitgeluidje.
 
Op een plek waar veel voedsel is, kunnen groepen tijdelijk mixen.
Zulke tijdelijke groepen kunnen wel uit duizend dolfijnen bestaan.
Dolfijnen kunnen hun groepsgenoten goed helpen.
Als er 1 ziek is kunnen ze hun groepsgenoot helpen door te helpen met ademen bijvoorbeeld.
Dit doen ze door de dolfijn naar de oppervlakte te brengen als dit nodig is.
 
Dolfijnen ademen door een spuitgat.
Deze zit op de kop van de dolfijn.
Deze wordt afgesloten door een krachtige klep.
Waneer een dolfijn boven water komt om te ademen, gaat de klep open.
                                                   Als hij weer naar beneden gaat in het water gaat de klep dicht.
 
De meeste dolfijnen hebben zowel onder als boven water een scherp zicht.
Ook hun gehoor is vergeleken met de mens vele malen beter.
Een dolfijn kan niet ruiken maar hebben toch voorkeur bij bepaalde soorten vis.

 -------------------------------------------------------------------

Het Zeepaardje!

 

Zeepaardjes zijn vissen.
Hij behoort tot de familie zeenaaldachtigen.
Het lichaam is sterk zijdelings afgeplat.
Het hoofd lijkt wel op dat van een paard en heeft een lange snuit.
De buik is bol, en de staart is lang en oprolbaar. 
De vis heeft geen schubben maar rijen knobbels of stekels.
Het zeepaardje is voor veel dieren te hard om op te eten.
Een zeepaardje zwemt rechtop, en beweegt langzaam. 
Als een van de weinige vissen kan een zeepaardje ook loodrecht naar boven en naar beneden zwemmen.
Ook kan het zeepaardje van kleur veranderen, en zelfs patronen en tekeningen aannemen.
Er zijn 35 soorten zeepaardjes bekend, die in grootte variëren van 2 cm tot meer dan 30 cm.
Er zijn blauwe, groene en knalgele soorten, maar de meeste zijn bruingroen van kleur.
Hiermee valt een zeepaardje niet op tussen de waterplanten waar ze tussen leven.
Met de staart grijpt het zeepaardje zich vast aan koralen.
 
Zeepaardjes leven in warmere wateren, de meeste soorten leven in de tropen.
Twee soorten komen voor in de Noordzee: het Kortsnuitzeepaardje en het langsnuit zeepaardje.
 
Een zeepaardje heeft geen tanden en ook geen maag en kan het voedsel dus niet vermalen.
Hierdoor moet voortdurend gegeten worden om aan voldoende voedingsstoffen te komen.
De meeste soorten eten voornamelijk kleine kreeftachtige of andere kleine diertjes zoals vislarven, die met de zuigsnuit snel naar binnen worden gezogen.
Het zeepaardje heeft maar weinig vijanden.
 
------------------------------------------------------------------------------------------- 
 
 
De Leeuw!
 
         
 
                              
 
                                                                                                                                                                                                                                                                                                                             .                                                                                De leeuw is een katachtige.
In grote delen van de wereld staat hij bekend als: koning der dieren.
De leeuw komt voor in bepaalde delen van Afrika en in een klein stukje van India.
Vroeger leefde hij ook in het Midden-Oosten en in Zuid-Oost Europa.
                                                            Vrouwtjes doen het meeste werk bij de jacht.                                                                                    
 
De leeuw is een grote katachtige met een brede kop, een korte snuit en relatief kleine oren.
De leeuw heeft een kortharige vacht.
Het duurt meestal een jaar of 6 voordat de maan goed ontwikkeld is.
Wijfjes zijn kleiner en hebben geen manen.
 
De staart is tussen 60  en 100 cm lang.
De schouderhoogte is 100 tot 128 cm hoog.
Het mannetje weegt 150 tot 280 kg.
Het vrouwtje weegt 100 tot 182 kg.
Een leeuw heeft 26 tanden.
Mannetjes worden minder oud dan vrouwtjes.
 
Het grootste deel van de dag is de leeuw niet actief
Soms ligt hij tot twintig uur per dag te rusten in de schaduw.
De leeuw voedt zich voornamelijk met prooidieren tussen de 50 en 300 kg.
Maar als deze dieren niet in de buurt zijn, vangt hij grote en kleine dieren tussen de vijftien en duizend kg.
Meestal jagen de vrouwtjes.
81% van het voedsel wordt gevangen door de vrouwtjes.
 
Bij de aanval kan de leeuw snelheden bereiken van 60 km/u.
Grotere prooidieren worden gewurgd, terwijl kleinere dieren worden gedood door te bijten in de kop, nek of borst.
 
Na een draagtijd van honderd dagen worden twee tot zes jongen geboren.
De welpen zijn bij de geboorte blind: de ogen gaan na drie tot elf dagen open.
Na een maand gaan ze zich meer bewegen.
Na vijf jaar zijn de welpjes volgroeid.
 
De brul van een leeuw is soms wel tot 8 km ver te horen.
Een leeuw wordt in het wild ongeveer 10 tot 14 jaar oud.
In gevangenschap kan een leeuw zelfs ouder dan 20 jaar worden.
Na schatting in Afrika zijn er sinds 2012 nog zo'n 32.000 leeuwen.
------------------------------------------------------------------------------------------------------- 
 
De Orka!
 
 
 
 
De orka is de grootste soort in de familie van de dolfijnen.
Orka's zijn gemakkelijk te herkennen: ze zijn van boven zwart, van onderen wit, en hebben een witte vlek net boven de ogen.
Orka's hebben een bijzondere opvallende rugvin die tot 2 meter hoog kan zijn.
Volwassen mannetjes zijn 6,7 tot 8 meter lang. Maximaal 9,75 meter lang.
Ze wegen gemiddeld tussen de 4 en 6,3 ton. Ze wegen maximaal 10,5 ton. 
De vrouwtjes zijn iets kleiner, gemiddeld 5,7 tot 6,6 meter lang. Maximaal 8,5 meter lang.
En ze zijn gemiddeld 2,6 tot 3,8 ton zwaar. Ze zijn maximaal 7,4 ton zwaar.
Bij de geboorte zijn kalveren gemiddeld 2,4 meter lang en wegen 180 kilogram.
De grotere mannetjes zijn in de groep herkenbaar aan hun hoge, spitse rugvin.
 
Vrouwtjes worden ongeveer 50 jaar oud maar kunnen ouder worden dan 80 jaar. 
Mannetjes worden ongeveer 30 jaar. Maar er zijn mannetjes bekend die meer dan 50 jaar zijn. 
 
Orka's komen voor in bijna alle wereldzeeën.
Je kunt ze vinden in de tropen maar ook in gematigde en koude wateren.
 
Orka's slapen niet volledig.
Want ze moeten naar het oppervlak komen om adem te halen en ze moeten opletten voor bedreigingen.
Orka's hebben twee hersenhelften.
Ze rusten uit door de twee hersenhelften om de beurt te laten slapen.
 
Orka's leven in groepsverband.
Dit noem je troepen.
Een troep kan uit 2 tot 90 orka's bestaan.
Het oudste vrouwtje in de troep heeft de leiding.
In een kleine troep zijn de orka's meestal een familie.
In een kleine familietroep leeft één volwassen mannetje, twee of drie vrouwtjes en een aantal jongen.
Grote troepen hebben drie of vier volwassen mannetjes, met ieder een paar vrouwtjes en hun jongen.
Deze groepen komen soms samen, en kunnen zo een troep van veertig dieren vormen.
 
Op het menu staat vis, zeevogels (denk aan: Pelikanen, Aalscholvers, Pinguins en Meeuwen), Pijlinktvissen en Zoogdieren. (denk aan: de Weddellzeehond en de Zeeleeuw tot zelfs andere Walvissoorten en Haaien.) Walrussen laat hij meestal met rust.
 
Orka's jagen in groepen op volle zee en aan de kust.
Ze werken daarbij samen, zoals bij het bijeen drijven van prooien.
 
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb